Schepenwet
Artikel 26b
1
De leden van de Commissie worden door Onze Minister benoemd.
2
De Commissie bestaat uit ambtelijke en niet-ambtelijke leden.
3
a
De ambtelijke leden worden benoemd uit de departementen van Verkeer en Waterstaat, van Sociale Zaken en van Onderwijs en Wetenschappen.
b
De benoeming van de ambtenaren uit de departementen van Sociale Zaken en van Onderwijs en Wetenschappen geschiedt in overeenstemming met de betrokken Ministers.
4
De niet-ambtelijke leden worden benoemd uit en op voordracht van naar het oordeel van Onze Minister representatieve organisaties van werkgevers en werknemers.
5
Onze Minister wijst uit de leden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.
6
Tevens benoemt Onze Minister voor ieder der leden een plaatsvervanger. Hierbij is het bepaalde in het derde en vierde lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing.
7
De benoeming der leden en plaatsvervangende leden geschiedt voor de tijd van ten hoogste twee jaren. De aftredende leden en plaatsvervangende leden zijn terstond herbenoembaar.
8
Aan een lid of plaatsvervangend lid wordt door Onze Minister tussentijds ontslag verleend:
a
bij verlies van de hoedanigheid of beƫindiging van de ambtsvervulling in verband waarmede de benoeming heeft plaatsgevonden;
b
op eigen verzoek.
9
Het secretariaat van de Commissie berust bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.